logo-mini

OuderraadVerslag Leren Leren

Verslag: Hoe help ik mijn kind studeren?

Door Paul Maes

Hoe lang moet een kind in het 1ste jaar van het secundair onderwijs studeren?

A. minder dan 10 minuten
B. tussen 10 minuten en 1 uur
C. tussen 1 uur en 2 uren
D. meer dan 2 uren

Het juiste antwoord is: Tot je het kent

Er wordt vaak gevraagd: "Ken je het?"
Dan krijg je dikwijls als antwoord: "Ik hoop het, ik denk het,…"
Bij de bakker vraag je of dit een bruin brood is, hij zegt ook niet: "Ik denk het."

Plannen

Jef heeft een scheur in zijn broek.

Wat gaat hij doen?
Hoe gaat hij het doen?
Heeft hij het goed gedaan?

Wat gaat hij doen? (plannen)

  • Als ik niks doe, dan gaan ze mij uitlachen.
  • Ik doe mijn trui rond mijn middel.

Hoe gaat hij het doen? (studeren)
Ik wikkel de trui rond mijn middel.

Heb ik het goed gedaan? (controleren)
Niemand heeft de scheur gezien.

Herkennen

Als je in de klas niet oplet, neem je niet 1 keer leerstof mee naar huis, maar 2 keer.
1 keer in je boek om dat je er nog niks van gehoord hebt, en 1 keer je huiswerk.

Tijdens een toets is het iedereen al eens overkomen dat je iets kent en de leerstof in je hoofd hebt zitten en het moeilijk uit je hoofd krijgt . “Wat was dat nu weer?”
Na de toets duik je in je boek, “Aha, dat was het, ik wist dat ik het wist en ik wist het niet meer”. Door te herhalen oefen je om alles uit je hoofd te kunnen halen.

Studietechnieken

Zinnetje lezen, zinnetje opzeggen, zinnetje lezen, zinnetje opzeggen of met een blaadje de woordjes onderstoppen en aframmelen zonder de vraag te lezen.
Dit zijn geen goede studiemethodes omdat je een lang verhaal moeilijk van buiten kan opzeggen.

Er gebeuren ook veel schrijffouten als je iets van buiten leert, zeker als je niet begrijpt wat van je leest. Voorbeeld: arme landen i.p.v. warme landen.

ZIEN WAT JE LEEST = WETEN EN BEGRIJPEN WAT JE LEEST

Er wordt een mop verteld aan een leerling met heel veel woorden, de leerling kan het verhaal navertellen in eigen woorden door een paar gedachten/ideeën te onthouden.

Sleutelwoorden kan je met verschillende kleuren markeren. Wel opletten dat je niet verloren loopt in de sleutelwoorden.

Verkennen en ordenen

Dit zijn 2 groepjes van 9 bolletjes:

Als je alles groepeert, sorteert en ordent heb je een veel beter overzicht. Je kan ook schema’s maken.

Enkele hints voor het opmaken van schema’s:

  • kernwoord in het midden van je blad
  • maak pijlen en ondertitels
  • leg je blad in de breedte
  • trek lijnen naar links, rechts, boven en onder
  • zet op de lijnen tekst
  • gebruik tekeningen waar je kunt
  • gebruik kleuren waar je kunt

Gebruik je verstand verstandig

Je hersenen bestaan uit 2 hersenhelften: de linkerhelft is voor woorden, de rechterhelft voor fantasie.

Een les kan best dezelfde dag s’avonds even worden herhaald, dan steek je er het minste tijd in. De eerste dagen vergeet je het meeste van de leerstof. Als je wacht met herhalen tot de avond voor de toets, dan zit de leerstof niet meer vers in het hoofd waardoor je meer tijd zal verliezen.

Concentratie

Jongens kunnen zich gemiddeld 5 minuten concentreren. Meisjes kunnen zich gemiddeld 15 minuten concentreren. Als je afgeleid bent tijdens het studeren moet je niet vechten tegen de afleiding, maar af en toe een korte pauze nemen.

Hulpmiddeltjes

Om iets van buiten te leren, mag je gebruik maken van je fantasie.

Andere hulpmiddeltjes zijn bevoorbeeld:

  • ROGGBIV voor de kleuren van de regenboog
  • professor met 1xf en 2xs (hij heeft 1 frak en 2 schoenen)
  • bereiden van voedsel (een ei)
  • lijden (afzien) is de lange ij van pijn

Ouders

Er zijn 3 soorten ouders:

  1. sturende ouder
  2. coachende ouder
  3. ouder die laat begaan

  4. Sturen = leiden

De ouders denken en plannen in de plaats van de leerling. Op langere termijn niet haalbaar.

  1. Coachen = begeleiden

De leerling alles zelf laten plannen, maar wel de juiste vragen stellen: “Je weet toch dat je naar de dokter moet en dat het daarna voetbal is? Vergeet je werk voor school niet”.

  1. Laten begaan

Laat hem zijn plan maar trekken.

De ervaring leert dat de coachende ouder vaak leidt tot het beste resultaat.